vrijdag 29 juli 2011

Over Iberico en scharrelende slagers

De slager bij mij in de buurt gelooft stellig in zijn vak. Als verkoper, wel te verstaan. Precies dat is wat hij wil: verkópen. En wát hij precies verkoopt, maakt hem niet zo gek veel uit. Alles waar vraag naar is, ligt in zijn vitrine. Bijzondere specials heet dat dan.

Ik ben er niet nieuwsgierig naar en word er al helemaal niet hongerig van. Bijzondere namen wekken de suggestie de producten naar een hoger plan te kunnen tillen. Boomstammetjes. Pepersteaks. Pomodori haasjes. Het is niets anders dan bewerkt, vooraf gekruid en/of gemarineerd vlees. Gemaksvoer voor de “snelle eters” van vandaag. Het smaakt zout of pittig (of in het ergste geval zout én pittig tegelijk), dus is het lekker.

De Moderne Mens zit echter vreemd in elkaar, want naast het gemaksvoedsel is er momenteel ook een hang naar voedsel dat smaakt zoals het hoort te smaken. Biologisch en ambachtelijk, dat zijn de termen van vandaag. Aangezien de mens van vandaag de gehele wereld doorkruist, ziet, hoort en proeft hij van alles op vakantie, wat hij thuis op de bank ook wil eten. Iberico-vlees bijvoorbeeld. Veelal gegeten op doorreis in Spanje en Portugal. Mals, smakelijk vlees. Dat komt omdat de varkens ter plekke vrij kunnen rondscharrelen De Ibérico varkens worden in het voorjaar met fris gras gevoed. In de zomer krijgen ze een mengsel van gerst en tarwe te eten. En in de herfst, wanneer de eikels van de bomen vallen, eten ze daarvan liefst tot 10 kg per dag! Bovendien zorgt het vele bewegen ervoor dat het vlees een nootachtige smaak krijgt en dat er vet in het spiervlees wordt opgebouwd. Juist in het vet wordt de smaak geconcentreerd. Kortom: vlees zoals het vroeger smaakte.

Back to Basic is hip. En de slager bij mij in de buurt wil meegaan met zijn tijd. Dus ging hij Iberico vlees inkopen. De eerste paar weken wist ik niet wat ik zag! Hier, bij mij om de hoek, Iberico koteletjes! Enfin, Man en ik aten onze buikjes rond. Tsjonge, het vet droop langs onze kin, maar lékker …..
Totdat de slager merkte dat de omzet van zijn Iberico vlees niet zo hoog was, als hij had berekend. De gemiddelde klant vond het er nogal “gewoontjes” uitzien. Daar had de slager bij mij in de buurt wel wat voor! Chimichurri bijvoorbeeld.  Tex-Mex. Shoarma. Tok-Tok. Curry. Tandoori. Roept u maar! Zo werd de authentieke vleeskleur netjes bedolven onder een rode, gele of groene smurrie. De omzet steeg. Zowel de slager als de klanten waren tevreden.

Behalve dan die ene klant, in de vorm van mijn persoon. Het zijn vergeefse pogingen als ik voor de zoveelste keer informeer of er Iberico-koteletjes naturel zijn. Nee, mevrouw, alles op en hij wijst nadrukkelijk naar zijn vitrine. Ik moet ze bestellen, vindt de slager bij mij in de buurt. Dan kan hij er rekening mee houden dat ik ze “anders wil dan anders”.
Bestellen. Ja, ja. Zo gaat dat bij de slager van vandaag. Als je gemalen, kruidige, peperige, pittige, in dikke saus verpakte of van exotische namen voorziene vleesachtige dingen wil, kun je aanschuiven in de rij. Maar als je een stukje normaal vlees wil, is de slager bij mij in de buurt niet thuis. Toch gek.

woensdag 27 juli 2011

Gevulde courgettes met geitenkaas - Jeroen Meus

Dagschotel van vandaag: gevulde courgettes met geitenkaas en een warme dressing van tomaat en balsamico. Een heerlijk vegetarisch recept van Jeroen Meus.
125 g verse geitenkaas (zonder korst)
3 (kleinere) courgettes
2 sjalotten
1 teentje look
enkele takjes verse tijm
enkele takjes verse oregano
10 g paneermeel (bij voorkeur panko)
een scheutje olijfolie
peper
zout
de warme tomatenvinaigrette:
4 tomaten
2 sjalotten
2 dl olijfolie
4 eetlepels balsamicoazijn
1 eetlepel kappertjes
enkele sprieten verse bieslook
peper
zout

Was de courgetttes en snij de topjes er van af. Snij ze nu in gelijke ‘tonnetjes’ van minstens 5 cm hoog.
Schep er met de Parisennelepel het vruchtvlees van de courgette uit tot je een diep kuiltje krijgt. Hou de bolletjes vruchtvlees bij.
Zet de uitgeholde stukken courgette in een ovenschaal met een scheutje olijfolie.
Voor de vulling snij je de stukjes vruchtvlees van de courgettes in fijne stukjes. Versnipper ook de sjalotjes en plet de look tot pulp.
Zet een pot op het het vuur, en schenk er een scheutje olijfolie bij. Verhit de olie op een zacht vuur en stoof daarin de stukjes courgette, de sjalot en de look.
Neem een mengschaal en verbrokkel daarin de verse geitenkaas (stevige kaas, zonder korst).
Rits de blaadjes van de tijm en hak de kruiden fijn. Doe hetzelfde met de oregano. (Gebruik een hoeveelheid verse kruiden naar smaak.) Voeg ze toe aan de kaas.
Doe de gestoofde groentjes in de schaal met de kaas en meng alles tot een smeuïg mengsel. Kruid naar smaak met een snuifje zout en wat peper van de molen.
Doe het kaas-groentemengsel in de spuitzak, snij de tip eraf en vul daarmee de courgettetonnetjes. (Je kan de courgettes uiteraard ook vullen met behulp van een vorkje of een kleine lepel.)
Strooi ten slotte nog een beetje broodkruim over de gevulde courgettes voor een knapperig korstje.
Verwarm de oven voor op 180°C en bak de courgettes 10 tot 15 minuten in de hete oven.

de warme tomatenvinaigrette:
Pel de verse tomaten. Breng daarvoor een pannetje water aan de kook. Snij intussen een kruisje in de top van elke tomaat. Dompel de tomaten 15 tellen lang onder in het hete water. Spoel ze onmiddellijk onder koud stromend water. Nu kan je heel eenvoudig de schil verwijderen.
Verdeel elke tomaat in vier, verwijder de zaadjes, en snijd het stevige vruchtvlees in blokjes.
Pel de sjalotten en snipper ze fijn.
Zet een diepe pan (of een kleine kookpot) op een zacht vuur. Verwarm de flinke hoeveelheid olijfolie in de pan, samen met de balsamicoazijn. Voeg een snuif zout en wat peper van de molen toe.
Doe de stukjes tomaat en sjalot in de warme vinaigrette, samen met de kappertjes (hoeveelheid naar smaak) en wat fijngesnipperde bieslook
Laat de stukjes tomaat enkele minuten zacht sudderen, maar zorg ervoor dat ze niet plat gekookt zijn.

zaterdag 23 juli 2011

Plenty

Meteen bij de eerste blik op de goudkleurige letters op de maagdelijk witte kaft van “Plenty” wist ik dat ik verkocht was. Toen ik daarna ook nog ‘ns de naam Yotam Ottolenghi zag staan, tastte ik al voorzichtig naar mijn portemonnee. Wat een magnifiek boek is dit! Een vegetarisch kookboek zonder de geur van geitenwollen sokken, zonder de afschuwelijke vleesvervangers als tahoe en tofu, maar barstensvol recepten met groenten, granen en kaas. En dat allemaal te zien op werkelijk schitterende foto’s. In tegenstelling tot de meeste vegetarische kookboeken, die over het algemeen nogal saai zijn, heeft Ottolenghi een sjieke twist weten te geven aan zijn recepten. Hij weet het alledaagse minder alledaags te maken, dat is bijna kunst met een grote K.
Yotam Ottolenghi zit bepaald niet stil op culinair gebied. Zo heeft hij een restaurant en een aantal eetwinkels in Londen. Zijn originele gerechten met groenten en granen bleven niet onopgemerkt, waardoor hij door Guardian gevraagd werd om vegetarische columns te schrijven voor hun weekendbijlage. Plenty is deels een verzameling van deze gepubliceerde recepten, gecombineerd met nieuwe gerechten.

Door de vele, niet al te moeilijke gerechten is dit boek zeker een aanrader. Het is fijn om een boek in handen te hebben waarbij je niet om de vlees- en visgerechten heen hoeft te lezen en wat uitdaagt om verder te denken dan een quiche of salade. Daarbij is de kans bijzonder groot dat je na het lezen direct naar de markt wil gaan om vervolgens een heel weekend in de keuken door te brengen.

woensdag 20 juli 2011

Moedereten

Het moet maar eens gezegd: ik ben trots op mijn moeder. Zij is van ver voor de oorlog en heeft in veel gevallen een ijzeren discipline.

Al meer dan 10 jaar dekt ze een halve tafel. Voor haar alleen, want papa eet helaas al 13 jaar niet meer mee. Ze heeft een vast eetpatroon, gebaseerd op een bloemig aardappeltje en veel verse groenten. Tezamen met een stukje vlees of vis vormt dit haar dagelijkse maaltijd, altijd voorafgegaan door een Westmalle triple. Vaste prik om 16.30 uur glijdt het gerstenat naar binnen.

Verder nooit iets anders als volkoren brood, bescheiden belegd met kaas, rookvlees, ham of een gekookt eitje. En ’s morgens om half 11 een groot glas vers geperst sinaasappelsap. Eens in de week koopt ze iets exotisch, een ananas, een mango of kiwi’s.

Nodig mijn moeder ook gerust uit, want afgezien van rood vlees en wild, lust ze werkelijk alles. Van oesters tot bloedworst, van geitenkaasmousse tot currykip. Je hebt een dankbare eter aan haar. Tijdens dineetjes in een restaurant en bij de supergezellige fine dining-avondjes bij  mijn schoonzus, kijken de Man en ik met ontzag naar de hoeveelheden voedsel die ze weet te verwerken, inclusief de nodige glaasjes wijn. En dat allemaal terwijl haar gewicht nog nooit boven de 52 kg is uitgekomen.

Waar is de houten keukentafel om af te kloppen? O wacht, ik zit eraan. Afkloppen dus: ze heeft nooit griep, ze is zelden verkouden, heeft weinig tot geen last van stijve of onwillige gewrichten. Kortom een vitale vrouw van 81.

Mijn moeder is van duurzaam hardhout. En ik ben haar bordkartonnen replica ;-)

dinsdag 19 juli 2011

Salicornia europaea

Wilde zeekraal (Salicornia europaea) is een zoutminnend gewas dat groeit op schorren, een buitendijks stuk land dat tijdens vloed onder water komt te staan. Bij eb kun je het schor betreden en de heerlijke zeekraal snijden. In Zeeland eten ze deze zilte groente dan ook al generaties lang. Tezamen met vis vormt zeekraal een voortreffelijke maaltijd.

Hoewel ik zelf uit West-Brabant kom, denk ik nog vaak met weemoed terug aan de dagen dat papa ons Dafje startte, laarzen, emmers en een scherp mes in de kofferbak gooide en wij richting de schorren achter Rilland-Bath vertrokken. Begin jaren ’80 kon dat nog. Het stond iedereen vrij te snijden zoveel hij wilde. ’s Avonds werd dat smullen!

Momenteel staat er nog maar heel weinig zeekraal op de schorren in Zeeland. Toen de Oosterschelde-werken kwamen, werd het getij anders. Er kwam minder eb en vloed, dus er komt nog nauwelijks water op de schorren. Om de natuur te beschermen, mag er slechts mondjesmaat voor commerciële doeleinden worden gesneden. De provincie Zeeland geeft 285 ontheffingen uit in het kader van de Natuurbeschermingswet. Daarmee mag de vergunninghouder 1 kilo zeegroente per dag snijden voor eigen gebruik op aangewezen plaatsen rond de Oosterschelde Met dergelijke hoeveelheden kun je nooit in de vraag ernaar voorzien.

Het is dus zeer waarschijnlijk dat de zeekraal die je koopt op/bijj de (super)markt uit Frankrijk komt. In de zomer mag daar onder strikte richtlijnen nog worden gesneden. Wat ook steeds meer in de handel komt is de gekweekte versie. Deze zeekraal komt van binnendijkse percelen. In de winter wordt zeekraal zelfs ingevlogen, vanuit Israël - waar de groente op land wordt gekweekt in kassen met aangezout woestijnwater - of in Mexico, waar water van de Pacific wordt gebruikt. Gekweekte zeekraal is een stuk minder zout dan de wilde. De echte Zeeuw proeft dat meteen.

Zeekraal is, naast asperges, voor mij het toppunt van lekker eten. Ik eet het zo vaak ik kan en probeer altijd de wilde versie te kopen. Op dit moment is er nog maar één adres waar ik erop kan vertrouwen dat “wild”’ echt “wild” is. Als je me mailt, wil ik het adres wel verklappen. Gewoontegetrouw eet ik er vis bij, omdat die twee producten bijna een symbiose zijn. Voor een zoutbekje als ik eet ik dan altijd teveel. Dat is niet erg, want zowel zeekraal als vis zijn arm aan calorieën, dus who cares??

maandag 18 juli 2011

De Man kijkt nooit naar reclamefolders. a) Omdat het hem geen hout interesseert en b) omdat Echte Mannen wel iets beters te doen hebben.
De druilerige zondagmiddag van gisteren bleek zich echter bij uitstek te lenen om – weliswaar met alle zichtbare tekenen van verveling – op oud foldermateriaal te herkauwen. Tjee, dan ontdek je nog eens wat! Zijn Sensodyne tandpasta in de reclame enne die lekkere jam, weet je wel, van dat Franse merk, enne ijs, ja, dat ook, enne sjokola, die goeie.

Dus ging De Man vanmiddag gewapend met boodschappenlijst naar Appie. Niet zijn kop of thee, want als er één een oplichter is, nou, dan is Appie het wel volgens hem. Prijsafspraken met zwaar onderbetaalde leveranciers, vaste contracten waardoor de Greenery geen voet tussen de deur kan krijgen, goedkoop Argentijns vlees dat reeds 5 jaar ingevroren is geweest enz.
Maar goed, in deze dure tijden doet een mens wat om op de kleintjes te letten.

Al bij de kassa kwam de teleurstelling. Op de tandpasta en het ijs géén korting. Rap naar de klantenservice dan maar. Alwaar de dame met strenge blik De Man attendeerde op het feit dat hij geen Jokers had geplakt. Geen jokers, geen korting, voegde ze er beslist aan  toe. Bij dergelijke prietpraat doemen er voor ’s Mans ogen venijnige martelwerktuigen op. Gelukkig heeft hij intussen na 54 jaar geleerd dat alleen de juiste argumenten hout snijden in zo’n geval. Dus zegt hij braaf: dan plak jij er toch een sticker op. Die heb ik niet, zegt de dame, vastberaden haar klant niet tegemoet te willen komen.

De Man denkt na en zegt: “Goed, dan gaat de koop niet door. Doe alle boodschappen maar retour en geef me mijn geld terug”.
Dat vergt een hoop gedoe alvorens je dat correct in je kassasysteem verwerkt hebt. Bovendien oogde de dame alsof ze een zwaar weekend achter de rug had. Ze zuchtte duidelijk hoorbaar drie maal zó diep dat De Man bijna zijn merk tandpasta aan wilde bevelen.
Gelukkig bracht een toegesnelde hulpklaas de oplossing. Hij toverde jolig een boekje vol met stickers uit zijn toonbank, plakte die her en der op ’s Mans boodschappen en glimlachte vriendelijk, zoals geleerd op de  “hoe stel ik mijn klanten tevreden”-training.  Appie blij. Man blij.

Moraal van het verhaal.
1) Appie blijft een oplichter en doet doodleuk aan ontmoedigingsbeleid. M.a.w. als de klant pas thuis opmerkt dat hij de voorgespiegelde korting niet heeft gehad, is dat jammer voor hem. Eigen schuld, dikke bult. En Appie houdt meer geld in de kassa.
2) Door de invoering van die zinloze jokers, kun je de klant de illusie geven dat hij bovengemiddeld slim is. (Hij moet immers de stickertjes niet vergeten).
3) De klant is bij Appie, zelfs met jokers, duurder uit dan bij een andere supermarkt. De jokers worden ingezet in het geheel van prijsoorlogje en concurrentieslagje spelen. Appie probeert op deze kinderlijke manier gewoon meer spelers (= klanten) te trekken. Waarvan akte.

zondag 17 juli 2011

Noordzeekrab met zeekraal

 
Vers krabvlees van Sam Uil (hij was met zijn bootje uit varen, dus het stukje over deze authentieke kreeftenvisser houd je tegoed), vermengd met twee hardgekookte eieren, twee ragfijn gesneden stengeluitjes, mayonaise, peper en zout. Eronder gewokte zeekraal.
Puur zee in je mond!
Het ziet er misschien niet uit, maar bij dergelijke gerechten hoort geen opsmuk. More is less, in zo'n geval. Of zoals Jeroen Meus zegt: meer moe da nie zijn, se.

zaterdag 16 juli 2011

Jong geleerd

In 1976 zette ik mijn eerste schreden op het pad naar zelfstandigheid. In datzelfde jaar ontdekte ik dat papa kok van beroep was (geweest) en dat ik dat simpele gegeven veel te laat tot mij genomen had.

Hoewel mijn ouders – net als zoveel gezinnen in die tijd -  geen overvloed kenden, werd er wel altijd lekker gegeten. Met veel plezier denk ik terug aan papa’s beroemde huzarensalade. Zodra de thermometer aangename temperaturen liet zien, begon hij de dag met aardappels koken, vlees, uitjes en augurkjes fijn te snijden. Om  ’s avonds na een heerlijk dagje strand thuis te komen en moe maar voldaan zijn koele salade op te peuzelen, op het laatste moment nog snel versierd met sla, tomaten, komkommer en gehalveerde eieren.
Als één van de weinige kinderen in mijn buurt werd ik regelmatig verrast op huisgemaakte kroketten of moscovisch mokkacrème-gebak. Er was de uit Ned. Indië (figuurlijk) meegebrachte rijstmaaltijd, inclusief  atjar. Er was verse ananas, kokosnoot, ik proefde alles wat ik voorgeschoteld kreeg. Het leek zo vanzelfsprekend allemaal.
Na 2 maanden “op mezelf” te hebben gewoond, begon ik de lekkere hapjes te missen.
 Wanhopig ging ik aan de slag om het gemis te compenseren. Ik kocht ingrediënten waar ik nog nooit van gehoord had. Gelatine, korianderzaad, ossenstaarten. In mijn gemetselde bloembak kweekte ik kruiden als borage, dille, bieslook. Ik deed onverschrokken pogingen om bavarois te maken, wilde mijn vrienden en vriendinnen verrassen met karaffen koele sangria. Alleen maar om die dingen te kunnen proeven die er zo verrukkelijk uitzagen op de plaatjes in mijn (geleende) kookboeken.
Maar behalve het snijden en hakken, kende ik geen enkele kooktechniek. Dus was de kip nooit gaar, werd de bavarois steevast een stroperige vla waar ik beschaamd stukjes gelatine uit lepelde en kauwde ik verbeten op mosselen die verdacht veel op brokjes rubber leken.

Later, veel later, viel alles op zijn plaats. Na talloze mislukkingen en even zoveel lange-tanden-maaltijden leerde ik uiteindelijk, mede door het eindeloze geduld van pa, dat er slechte twéé ingrediënten nodig zijn om een gerecht te laten lukken. Deze zijn overal en altijd voorradig. Zelfs de simpelste maaltijd wordt er een Koningsmaal door. Je familie of vrienden zullen meteen proeven of je ze weggelaten hebt.

De  Echte Koks onder jullie weten natuurlijk het antwoord. Onmisbaar in elk gerecht, van aspergesoep tot zuurkoolschotel zijn Aandacht en Liefde. Het is maar dat u weet wat u eet.

dinsdag 12 juli 2011

Oenologie (met de nadruk op oen)

Wijnkenner ben je pas als je ervoor gestudeerd hebt. Dat heb ik niet. Hoogstens heb ik de Duizend van Huibrecht Duijker en de Grote Hamersma eens doorgebladerd.
Waarmee ik maar wil aanduiden dat je van mij geen technische verhandelingen over wijn hoeft te verwachten. Alles wat ik neerschrijf over wijn berust op proefondervindelijke belevingen, gevoel, intuïtie en natuurlijk mijn persoonlijke smaak. Mijn smaak kan tegenovergesteld zijn aan die van jou! Dus om ook maar iets over wijn te weten te komen, dien je te proeven, proeven en nog meer te proeven.
Het kostbare vocht tussen je tanden heen en weer persen. Slurpend lucht naar binnen zuigen tot alle holtes van je mond gevuld zijn. Tussendoor een smakelijk hapje naar binnen werken en opnieuw alles langs tong en gehemelte laten walsen. Nasmakken tot je de uiteindelijke smaak te pakken hebt. Daarna vrolijk – echt nóóit ernstig – nadenken over wat je proefde. Viooltjes? Bramen? Hout? Kruidigheid? Groene asperges? Gestoofd fruit? Bedenk datgene wat het dichtst je smaak benadert en je zult die wijn voor altijd blijven herinneren.
Gelukkig heb ik al talloze glaasjes mogen proeven. Rood, wit, rosé, bubbels. Slobberspul en stoere Franse wijnen. Nog meer uit Spanje, Italië en Portugal. En niet te vergeten de Nieuwe wereld: Chili,  Argentinië, Zuid-Afrika.

De allereerste keren dat er engeltjes op mijn tong dansten, was bij het drinken van een Entre Deux Mers, meegenomen uit Frankrijk, ontkurkt op een zwoele zomeravond. Of in dat restaurant waar ze een Gewürztraminer van Hugel bij een kruidig gerecht schonken. In een grand café in Garderen waar de sommelier me, op die perfecte lentemiddag in zijn supergezellige gelegenheid, met zijn charmante gastheerschap, een Vermentino aanprees. Dat witte wijn zó vreselijk lekker kon zijn, had ik nooit kunnen weten als ik ze toen niet geproefd had.
Na verloop van tijd begon ik een voorkeur te ontwikkelen voor bepaalde gebieden en druivensoorten. Elzas en Loire smaakten mij beter dan witte bourgognes. Een Rioja is aan mij niet besteed, merkte ik. Evenals een tempranillo.
In witte wijn wil ik “groen” proeven, frissigheid. In rode “hout” en diepte. Mijn favoriete rosé is nooit bleekroze en heeft altijd iets kruidigs.

Daarentegen is wijn een natuurproduct en zijn verrassingen zeker niet uit te sluiten. Een cabernet sauvignon uit Chili smaakt totaal anders dan een fles uit Frankrijk. Het mineralige in een Chablis komt van dezelfde chardonnaydruif, welke ook in de “boterige” terraswijntjes zit, die momenteel zo hot zijn. Het is niet te snappen.
Hoe dan ook: na al dat lekkers geconsumeerd te hebben, ben je nog steeds geen wijnkenner. Je weet hoogstens wat je lekker vindt en welke wijn er na de 1e slok door de gootsteen mag verdwijnen. Bij een vervelend mondgevoel heeft doordrinken geen zin. Het wordt er echt niet beter door. Je raakt hoogstens lichtelijk wazig, waardoor je de smaak minder intens ervaart. Maar of je dat winst mag noemen, betwijfel ik ten zeerste.
Wijn is als het leven zelf. Hoe meer je denkt ervan af te weten, hoe minder je er écht van snapt!

maandag 11 juli 2011

Brouilly


Het was lang geleden dat ik een AC Beaujolais proefde. Gisteren was het zover. Een Brouilly. Ik dronk hem licht gekoeld als aperitief. De wijn fonkelde het glas uit op deze zonnige, lome zondagnamiddag. Licht, fruitig, tonen van kers en vanille.
 
Doordrinken is geen enkel probleem bij een dergelijke lichte wijn Ook bij de vegetarische pasta  bleek hij namelijk prima te smaken. Aanrader voor nog meer zomerse dagen!

zondag 10 juli 2011

Frisse tonijnsalade

Op een kwade dag koop ik een bakje Johma frisse tonijnsalade. Niet dat het mijn favoriete broodbeleg is. Maar de vrienden op doorreis belden laat in de middag dat ze ’s avonds nog langs wilden komen. Dus met spoed naar de beste bakker. Gezwind naar Appie om her en der wat lekkers uit de schappen te grissen.
Het werd een heul gezellige avond. Herinneringen, grappen en grollen, koffie en thee met schwarzwalderkirschtaart, één fles wit en één fles rood en diverse franse kaasjes. Het stokbrood met frisse tonijnsalade wist de show te stelen. Als grote dissonant weliswaar.
Ik heb de leesbril er maar eens bij opgezet. Omdat het bakje nu toch leeg is. Omdat we geen van allen ziek geworden zijn. Maar meer nog omdat ik wil weten waar dit smaakloze smeersel uit samengesteld is.

Ik lees voor jullie: gekookte tonijn (45%), plantaardige olie, water, augurk, suiker, tomatenpuree, natuurazijn, scharreleigeel, gemodificeerd zetmeel, mosterd, zout, glucose-fructosestroop, verdikkingsmiddelen: Arabische gom/guarpitmeel/
xanthaangom, zuurteregelaar: natriumacetaat, conserveermiddelen: kaliumsorbaat (E211), voedingszuren: citroenzuur/melkzuur, groente-extract (doperwten/wortel), kleurstof: paparika-extract, citroensap, aroma, smaakversterkers: mononatriumglutamaat, dextrose, vispoeder, natuurlijk aroma, rookaroma, antioxydant E385, zetmeel, maltodextrine, plantaardig vet, glucosestroop, specerijen (bevat o.a. selderij), kruiden.


Het moeten wel erg geavanceerde fabrieken zijn, daar bij Johma. Hoe krijg je anders zo’n waslijst bestanddelen in zo’n ieniemienie bakje gestopt? Verontrustend als een fabrikant zoveel in een product propt om het maar enigszins de smaak te laten geven die overeenkomt met de naam.

Volgende keer maak ik mijn eigen frisse tonijnsalade weer. Met minder dan
8 ingrediënten: tonijn op olijfolie, waarvan ik het grootste gedeelte olie laat weglopen, gesnipperd bosuitje, 10 fijngehakte zwarte olijven, ½ eetlepel kappertjes, ½ eetlepel mayonaise, oregano, versgemalen peper en evt. een paar druppels citroensap. (Eventueel kun je er nog wat fijngesneden gedroogde tomaat aan toevoegen).

Prakken. Mengen. Proeven. En daarna nooit meer aan Johma durven denken.

donderdag 7 juli 2011

Neuro-marketing

Heel vroeger geloofde ik nog. Dat God bestond en dat AH zijn boodschappen louter uitstalde om de  consument te plezieren. Dat je brood bij de bakker moest halen en wijn bij de slijter. Tot een merkwaardig fenomeen zijn intrede deed. Branchevervaging heette dat. Opeens lagen er bonbons bij het Kruidvat, gamba’s bij de slager en olijfoliën bij het tuincentrum.

Mijn ogen gingen open. De producent of winkelier doet helemaal niets om de consument te behagen, ze willen alleen maar dat wij alles – ik herhaal: alles – kopen wat zij in het schap zetten. Inspelen op de markt, noemen zij dat. Om de consument maar te doen geloven dat zij perfect luisteren naar hen. Het principe van: u vraagt, wij draaien.

Ja, ja. Nou, geef mijn portie maar aan Fikkie. Ik ken ze zo langzamerhand, de slim bedachte verkooptruukjes van de jongens en meisjes marketeers. Ze verdienen goud geld om de consument keihard te belazeren. Welk fatsoenlijk mens zit te wachten op producten als Raw Juice? Op schudflessen pannenkoekenmix? Op drinkbare vezelrijke ontbijtjes? Op vitaminenwatertjes? Slim, slim, slim, je verpakt opgeklopte lucht, laat er een  tot de verbeelding sprekende afbeelding op los, voorziet dit alles van frisse kleurtjes en, tot overmaat van ramp, misleidende kreten die suggereren dat je met dit product écht aan je gezondheid werkt.

Hoe dom kan de consument worden gehouden! Steeds meer bedrijven hebben in de gaten dat het brein de touwtjes in handen heeft en maken daar op hun eigen manier gebruik (of misbruik?) van. Het heeft alles te maken met onze rechter- en linker hersenhelft. Ze schakelen de wetenschap in om hen een handje te helpen. De vraag is immers niet langer: hoe plezieren we de consument? Maar: hoe plezieren we het brein van de consument? Neuro-marketing ….echt, het bestaat!!
Pas als je de moeite neemt de kleine lettertjes te lezen, kom je tot de slotsom dat de ingrediëntenlijst vaak bol staat van de kunstmatige geur- en smaakstoffen en dat de gezondheidsclaims niet waar gemaakt kunnen worden, simpelweg omdat er minder dan 1% van het werkzame bestanddeel in het product zit.

Hetzelfde geldt voor bonuskaarten, airmiles, klantenpassen en meer van dat soort ongerief. Daarover volgende keer meer.

woensdag 6 juli 2011

Espresso

Ik ben een theeleut. De Man is een coffeeholic. Er zijn dus mensen en mensen. En er is koffie en koffie.  De Man zweert al tientallen jaren bij de espresso van Illy. Eerst de blikken losse koffie. en sinds de servings hun intrede deden, worden deze in ruime hoeveelheden besteld en even zo snel weggedronken. Servings hebben het grote voordeel dat je altijd de juiste hoeveelheid gebruikt, nooit geen losse-koffie-kliederboel meer hebt en ook nooit meer je piston hoeft  uit te kloppen. Een perfecte oplossing.
Om onze buitenplaats, net als  thuis, te voorzien van een (tweede) dure espressomachine, zou ten koste van heel wat andere genoegens gaan. Het werd nog een lange discussie, toen ik het argument naar voren schoof dat ik zelf al jaren  genoegen nam met een kopje gekookt water en een theezakje. Gelukkig diende de oplossing zich als vanzelf aan, toen de handespresso http://www.handpresso.nl/ op de markt verscheen.

Een handzaam apparaatje, te vullen met water en daarna op te pompen tot 16 bar druk. Je plaatst de serving, laat de druk ontsnappen. en voila een geurige espresso druppelt het kopje in. Man blij, vrouw blij. Opdat het afkicken het weldadige buitenleven niet hoeft te verstoren ;-)

zondag 3 juli 2011

De Drvkkery - Middelburg

In één van de mooiste boekhandels die ons land rijk is, is tevens een brasserie gehuisvest. Vanmiddag(koopzondag) op deze plek wederom de lunch gebruikt.  Hoe de koks het voor elkaar krijgen, ik weet het niet, maar alle gerechten zijn hier even smakelijk. Van de steeds wisselende soepjes  tot de salades en de home-made tarte tatin. Zie hier de menukaart http://www.de-drvkkery.nl/index.php/brasserie/lunchkaart
Er wordt gewerkt met biologische zuivelproducten en er is altijd volop keuze in vegetarische gerechten. Kortom: er wordt met een bepaalde ideologie gekookt hier en dat proef je!
Tip: op donderdagavond is er een speciaal menuutje van 3 gangen, waarvan er één vegetarisch is. Wel reserveren, want het loopt vaak storm.
Pluim voor Henk-Pieter en zijn team voor de royale gastvrijheid.

vrijdag 1 juli 2011

Het Rijke Buitenleven

Op onze buitenplaats (lees: camping) kookt De Man. De Man gaat voor gemakkelijk en aangezien ter plekke de provisiekast nog niet één tiende bevat van alle kruiden, specerijen en smaakmakers van thuis, wordt dat toch nog moeilijk.

Ik heb dan ook het twijfelachtige genoegen bijzonder verassende creaties te mogen proeven. In geen enkel kookboek ooit vertoond: gestoofde vis met verkruimeld zuurdesembrood (bij gebrek aan citroen en paneermeel), gehaktballetjes gemengd met pindakaas, ketjap en chilisaus (ik vrees dat De Man dit in zijn binnenste satéballetjes noemt) rauwe witlof met kwark-sinaasappeldressing (omdat mayo nooit op het boodschappenbriefje staat) en gewokte groenten met gortdroge rijst (veganistisch heet dit vermoed ik).Bovendien oogt het ook altijd redelijk chaotisch.

Mij hoor je niet klagen, is een uitdrukking die niet op mij van toepassing is. Natuurlijk mopper ik. Het is te flauw, te droog, te zoet, te rauw. Zo kibbelen we ons de maaltijd
door. Want ik eet graag lekker. En je bent wat je eet, nietwaar? Of zoiets dan toch.

Maar gelukkig is het niet altijd povertjes. Op goeie dagen maakt De Man lange boodschappenlijstjes, komt het schort uit de kast en eten we overheerlijke nasi of bami uit de skottelbraai, paling in ’t groen of geroosterde lekkernijen uit de Cobb.

Kortom: het leven op het platteland is uitermate afwisselend en spannend.
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...