zaterdag 31 maart 2012

Kookkaravaan - Smaakroute door Marokko

Buuf kwam gezellig een wijntje drinken. Zij is een rasechte vegetariër, en ik luister graag naar haar “gezonde eten-en-drinken-visie”. Zij inspireert me om eens verder te kijken op de schappen in de natuurvoedingswinkel, verder dan mijn gewoontegetrouwe groenten, eieren en volkorenmeel.

Ik vertel haar over de vegetarische gerechten van Ottolenghi en buuf doet melding van haar nieuwste kookboek met veel Marokkaanse recepten. De Kookkaravaan, vraag ik veel te gretig, er prat op gaand elk nieuw verschenen kookboek te (her)kennen. De alcohol had buuf’s geheugen vertroebeld. Ze wist het niet meer. Iets met een oubollige tekening op de voorkant. Er ontstond een stoutmoedig plan in mijn hoofd. Schijnbaar nonchalant overhandig ik haar mijn Plenty van Ottolenghi.

En mijn Plan werkt! Vanavond stond Buuf aan de deur. Met een boek onder haar arm. Yes! Ik wist ‘t, het is de Kookkaravaan, winnaar kookboek van het jaar 2011. Het is een heerlijk leesboek, vol kleurrijke foto’s en interessante wetenswaardigheden over het Arabische, Afrikaanse én Berber Marokko en haar inwoners. Er wordt met verve verteld over eeuwenoude kasba’s, oriëntaalse soeks en sprookjesachtige valleien vol met dadels, palmen en citrusvruchten.  Veel aandacht ook voor bepaalde rituelen, zoals het drinken van thee.

Als kookboek vind ik het enigszins tegenvallen. Natuurlijk staan er gerechten in uit de tajine met veel kip- en lamsvlees, maar de recepten zijn niet van een dusdanige overvloed dat ik genoeg te kiezen heb. Voor mij, als flexitariër, slechts één bruikbaar tajinegerecht.  Wat er wel in de smaak valt is de traditionele harira en de zeebaars met chermoula uit de oven. De ingrediëntenlijst van de courgette-wortelsoep bevat echter een bouillonblokje! Daarmee overtuig je mij niet dat in dit boek louter authentieke recepten staan, echt niet.

Het is vooral een móói boek, deze Kookkaravaan. Tommy Wieringa’s recensie op de achterflap sluit naadloos aan op mijn eigen visie: “een reisboek dat ook geur en smaak overbrengt, een feest voor de zintuigen”.

Na het lezen van de Kookkaravaan is je interesse in de Marokkaanse keuken definitief gewekt en wil je liefst met eigen ogen gaan aanschouwen uit welke sprankelende cultuur die gerechten voortkomen. Wat mij betreft zit zo’n reisje er dit jaar niet in. Ik zal moeten wachten. Om dan maar in sfeer te eindigen met een Marokkaans gezegde: voor de poort van het geduld heerst geen drukte.

vrijdag 30 maart 2012

Arla Apetina Challenge

Arla Apetina introduceert een nieuw recepdomein: 10woordsrecepten. Recepten waarbij de ingrediënten én de bereiding in maximaal 10 woorden passen. Daarmee willen ze (zij van Arla) Nederland laten zien dat je met witte kaasblokjes heel veel kanten op kunt in de doordeweekse keuken en dat je heel gemakkelijk van niets, iets kunt maken.

Via een mail werd ik uitgenodigd om  de uitdaging aan te gaan. Wilde ik dat, dan  zou er mij een pot Arla Apetina worden toegestuurd. Nu heb ik het normaliter niet zo begrepen op uitnodigingen met commerciële doelstellingen. Maar ach, het is Lente en het goochelen met woorden op de vierkante millimeter is spekje voor mijn bekje (om maar even in foodstyle te blijven).

Dapper ging ik deze morgen aan de slag met lange ingrediëntenlijsten en een hoofd vol creatieve combinaties. Hmmm, dat samenstellen is het probleem niet, het recept in tien woorden persen, bleek wel een aardig struikelblokje te worden.

Maar verhip, ik laat mij toch zeker niet verslaan door tien simpele woordjes. Zolang politici met behulp van hun oneliners, hun imago oppoetsen en alle mediakanalen weten te bereiken, kan ik dat ook. Houd ik mezelf voor. (Ik lijd soms in ernstige mate aan zelfoverschatting).

Als Zeeuwin worstel ik dus manmoedig verder. U hoort van mij als ik boven kom.

donderdag 29 maart 2012

Brasserie Zeelust - Westenschouwen

Samen met de Man, die als HP’er (HuisProgrammeur) een beetje kan schuiven met zijn werktijden, plukte ik gisteren de dag. Zelfs de wind, nagenoeg altijd volop aanwezig in mijn provincie, hield zich die dag koest. Een strakblauwe lucht en volop zon nodigden ons uit erop uit te gaan. Uitwaaien, zuurstof opnemen, vogels horen fluiten, de eerste vlinders waarnemen. Dat deden Man en ik dus.

Om het nuttige met het aangename te combineren, inspecteerden wij allereerst ons buitenverblijfje. Alles oké daar. De pimpelmeesjes waren bezig om het nestkastje te stofferen en hun soortgenoten hadden de twee silo’s gevuld met zaden en pinda’s reeds voor de helft leeg gepeuzeld. Het gras lag er, dankzij Robbie de Robot, keurig bij. Hoewel er in de tuintjes slechts wat armetierig opkomend groen te zien was, stond de meidoorn op het punt van uitbotten.

Gerustgesteld vervolgden wij onze weg, richting Westenschouwen, een gehucht op het meest westelijke puntje van het eiland Schouwen-Duiveland. Behalve veel zee, strand en duinen, kent dit lintdorp een weinig bruisend centrum. Wel een groot aantal campings, bungalowparken en restaurants. Allemaal bedoeld om het de recreant zo aangenaam mogelijk te maken. Want daar komen tenslotte de eurootjes van binnen.

Op dat westelijke puntje ligt de boswachterij van Westerschouwen, tevens het grootste bos van Zeeland. Het is een beschermd natuurgebied en bestaat uit heuvelachtig duinlandschap, met zandverstuivingen, valleien en duinweiden.
Dwars door dit uitgestrekte bos loopt een prachtig fietspad. De Boswachterij is rijk aan vogels. In de oude hoge dennen kun je nesten aanschouwen van roofvogels zoals buizerds en haviken. Zelf heb ik niet zo’n alziend tropenoog, maar de Man wijst mij ontelbare malen op bijzondere vogels en insecten. En heb je een gelukkige dag, dan zie je er reeën, damherten en de grote groep wilde shetlandpony’s, die er het gehele jaar door graast.

Na een schitterend tochtje, komen wij aan bij brasserie Zeelust. Het terras op het zuiden ziet er aanlokkelijk uit, zodat we besluiten een kleine rustpauze in te lassen. Twinings thee en Laurentis espresso hier. Dat alleen stemt ons volop tevreden. De chocoladebrownie is helaas erg hard en koud, meer het voorkomen van een reep  dan van een smeuïg stukje banket. Genietend van de late middagzonnestralen bekijk ik de kaart. Naast de vertrouwde kipsaté en gamba’s ook originele gerechten als pastasalade met zalm en oriëntaalse salade met biefstukreepjes. Natuurlijk bestaat er hier ook een “dagvangst”, zoals het een echt Zeeuws restaurant betaamt.

Wat een verrassing als ik de wijnen bekijk! Liefst 28 wijnen die per glas te bestellen zijn. Mijn oog valt direct op de frisse Italiaanse Vermentino en de Grüner Veltliner.  Ook de rode wijnen (elegant/soepel of krachtig/intens zien er veelbelovend uit. Hier wordt nagedacht over een gastvrij concept en hoe dat verder te verbeteren.
Maar hoe groot de verleiding is om iets alcoholisch te bestellen, wij houden ons flink, zodat we ook de terugtocht zonder brokken volbrengen. Eenmaal thuis is er geen puf meer voor een gezonde maaltijd, dus komt het tosti-apparaat uit de kast. Gelukkig is er nog veel fruit, zodat we ons niet geheel vervuld van schuldgevoel, op een bijzonder vroeg tijdstip in een diepe slaap durven laten wegzinken.

dinsdag 27 maart 2012

Comfort Food - Janneke Vreugdenhil

Durf ik haar de Nederlandse Nigella te noemen? Ja, dat durf ik. Het overgrote deel van de recepten in Comfort Food van Janneke Vreugdenhil laat zich het best bestempelen als warm, voedzaam, troostend. En ja, eten dat je stiekem midden in de nacht, behaaglijk gehuld in je warme ochtendjas, met ladingen tegelijk naar binnen zou willen werken. Alleen. Met niemand erbij die óók een restje wil. Schaamteloos alles opeten, tot de laatste kruimel. De associatie met Nigella is dan snel gelegd. 

Janneke zelf omschrijft het als volgt. De soep met balletjes van oma, de appeltaart van je moeder, jouw eigen favoriete chocolademousse, hoe vaker je ze eet, hoe dierbaarder ze worden.
Daarmee appelleert ze aan vervlogen jaren, aan een gelukkige jeugd, veelvuldig doorgebracht aan de keukentafel, die altijd gedekt was met een rood-wit geblokt tafelkleed, waarop geruststellende hoeveelheden voedsel te vinden waren. Nostalgische herinneringen bij de geur van versgetrokken kippensoep; het aflikken van je vingers na het pellen van garnalen, enfin, ik hoef ze niet allemaal te noemen. Iedereen heeft zo zijn eigen geuren en beelden opgeslagen.

Comfort Food is ingedeeld in verschillende hoofdstukken. Slow Start is een verzameling zacht-smeltende ontbijtgerechtjes. Eggs Benedict … wie lust ze niet als starter van een mooie dag? Chocoholica bevat héél véél chocoladesnoeperijen. In Soeptherapie een aantal opbeurende soepjes, waaronder de Joodse penicilline die ik nu al als nr. 1 op mijn to-do-lijst heb staan.

Dan is er ook nog een hoofdstuk gewijd aan Ovenwarmte. Daarin een Good Old Fish Pie, de aloude gebraden kip met citroen en tijm en wildpeper met paddenstoelen en cacao.
Zoet. Troosteten. Toekomstgeluk. Allemaal schattige titels, waarbij ik sta te popelen om bladzijde na bladzijde om te slaan.

Helaas is niet elk gerecht van een foto voorzien, maar de foto’s die erin staan, zijn onweerstaanbaar! Dit boek bevat geen Haute Cuisine. Maar wel (h)eerlijke maaltijden, waarmee je je kind, je lief én uiteraard jezelf grandioos gaat verwennen.

maandag 26 maart 2012

Crispy chocolate chunkies - Yvette van Boven


Voor zo’n 12 stuks

120 gr. boter
4 eetl. golden syrup
4 eetl cacao
4 eetl poedersuiker
4 eetl rozijnen of ander geconfijt fruit (ik gebruikte gedroogde cranberry’s)
3 – 4 handen cornflakes of rice crisps
vetvrije cupjes

Smelt de boter met de stroop in een steelpan, roer de cacao erdoor en haal de pan van het vuur.
Roer dan de poedersuiker erdoor, de rozijnen (of cranberry’s) en de cornflakes (of rice crisps).
Schep alles voorzichtig door elkaar, totdat alles goed met de saus bedekt is.
Voeg, als er nog veel saus over is, meer cornflakes of rice crisps toe.
Leg de vetvrije cupjes klaar.
Schep met behulp van 2 lepeltjes hoopjes mengsel in  elk cupje.
Laat ze helemaal opdrogen.
Dan smullen maar!

Bron: Home Made Winter – Yvette van Boven

zondag 25 maart 2012

Frietopia

Zo’n 12 jaar geleden bevond ik mij in een soort van Hotel waar ik niet eens van tevoren gereserveerd had. Mijn verblijf aldaar was ondanks de grenzeloze gastvrijheid van het bedienend personeel, niet echt rustgevend te noemen. Er werd met grote regelmaat  – noem het té vaak – aan me gevraagd hoe ik mij voelde en ook het hoofdkussen werd herhaaldelijk opgeschud.

Jammer dat er zo weinig aandacht aan het interieur besteed was. Een weinig kleurrijk geheel. Behoorlijk steriel zelfs. En die hinderlijke machines op de kamer, vervaarlijke bliepjes voortbrengend, gingen na verloop van tijd ook danig op mijn zenuwen werken. Ik miste mijn eigen bed, mijn man en de hond. In die volgorde, ja.

Alle gasten binnen dit hotel hielden zich urenlang bezig met waarheidsvinding. In een cycloon van geroezemoes hoorde ik: het is de stress. Werk. Druk, druk, druk. Cholesterol. Erfelijk hè? En bloeddruk dan? Bla, bla, bla. Ik werd er ziek van. Of was ik dat al? Hoe zat het ook alweer?

En toch was het er niet slecht. Bij het uitchecken hoefde ik absoluut niets te betalen en kreeg ik zelfs nog een koffer vol roze, witte en gele snoepjes mee. Ik kreeg het advies wat vaker een glaasje rode wijn te drinken. Aardig, heel aardig allemaal.

Toch mijd ik vanaf die tijd dit soort Hotels angstvallig. Ik wil er nooit, echt nóóit meer ongevraagd heen. Ik ging eens praten met mijn Baas, zocht een goede slijter en kiepte de friteuse leeg. Om mijzelf een gezonde toekomst te garanderen, hield ik mij vast aan een aantal standpunten. Zo min mogelijk vet binnen krijgen, was er één van. Geen onnodige drukmakerij ook. Meer hart op mijn tong. Dat soort dingen.

Dat alles lukt me tot op de dag vandaag redelijk goed. Alleen die knapperig gebakken frietjes moeten missen ……. ooooow, wat heb ik het er soms moeilijk mee. Vooral ’s avonds zo tussen half 9 en half 10, na een povere avondmaaltijd van louter vetarm materiaal. Enfin, ik heb in de loop der tijd gemerkt dat jezelf kwellen met allerlei “verboden” ook niet altijd het gewenste resultaat oplevert. Sterker nog: een mens kan er dusdanig chagrijnig door worden dat het zelfs averechts werkt!

Dus trakteer ik mijzelve een aantal keer per jaar op frietjes. Mét mayo. Weliswaar van de snackbar om de hoek, maar daarom niet minder lekker. Als u mij dan ziet smikkelen van al die calorieën, gelooft u vast niet dat ik al ruim over de helft ben.
Daarna geen schuldgevoel, nee. Ik sta dit mezelf toe en geniet ervan. Volop. Want morgen kan het zomaar over zijn.

donderdag 22 maart 2012

Spring is in the air

Zolang de R in de maand zit, baal ik als er sla in mijn Biologische Groentetas zit. Ik blief geen sla in  de winter. Als de maand maaRt echter zonder enig geroer van zijn staart, zich van zijn allerbeste kant laat zien en volop zonneschijn over ons uitgiet, denk ik daar opeens heel anders over.

Jeuhhhhh, eikenbladsla roep ik vanmorgen enthousiast als ik de tas openmaak. Vanavond eten we  lentesalade. In mijn gedachten verzamel ik de ingrediënten: sla, paprika, komkommer, tomaatjes, feta en een eetrijpe avocado. Knapperige pistoletjes, de Aubelse roomboter en een stevig glas rode wijn doen de rest.
En o ja, ik heb de tomaatjes eerst een klein uurtje in de oven op 120° laten drogen met wat olijfolie en grof zeezout. Hierdoor worden ze extra smakelijk.

Nu de zon zo uitbundig schijnt, kruip ik glimlachend uit mijn winterholletje, vang met beide handen zonlicht op, veeg de allerlaatste winterslaap uit mijn ooghoeken en durf weer ongeremd van het leven te genieten. Till next year, winter!


dinsdag 20 maart 2012

Over half werk en goed gereedschap


Allerlei bezigheden uit het dagelijks leven bestaan uit twee mogelijkheden: de moeilijke en de gemakkelijke manier. Ik geef de voorkeur aan de laatste. Daarmee blijft er meer tijd over voor andere (lees: leuke, zinnige, interessante) zaken. Ik maak dan ook volop gebruik van de nieuwste elektrische masjientjes.

De afwas wordt gedaan door meneer Miele en het brooddeeg kneden door Koningin Kitchenaid. Gemak dient de mens, nietwaar?

Waarom ik ooit de gedachten moet hebben gehad dat elk apparaat mij bergen tijdwinst op zou leveren, is mij op dit moment een compleet raadsel. Het moet in mijn meest naïeve periode zijn geweest. Natuurlijk brengt niet elk apparaat gemak.
De pastamachine bijvoorbeeld. Eén keer gebruikt. Daarna in de kast belandt, waar hij nu droevig wacht op zijn definitieve einde in de grijze kliko. De sapcentrifuge wacht een zelfde bestemming, evenals de foodprocessor. 

Er zijn gelukkig wel een heleboel uitzonderingen. Mijn goeie, ouwe Bamix is al 30 jaar oud. Heeft intussen een beetje shabby voorkomen gekregen, maar doet nog steeds pront snorrend wat-ie moet doen: nl. mixen. And I love him. Ook sommige pannen en messen zijn me bijzonder dierbaar. Het Lignum 3 molenmes, de onverwoestbare Scanpan; zij hoeven geen van allen door meneer Miele gemangeld te worden, maar krijgen een liefdevol sopje van me. Waarna ik ze behoedzaam afdroog en terugzet of leg op hun vertrouwde plekje.

Wie ooit een Microplane rasp in zijn handen heeft gehad, weet hoe dat voelt. Alsof je een baby na zijn verschoning in het wiegje legt. De fijne rasp voorziet me van een berg geraspte kaas die alle kenmerken vertoont van een luchtige wolk. Tevens ideaal voor citroenzest. Rechts zijn grovere broer, die zorgt voor perfect gesneden aardappel en wortel. Nikskenie nat of drabbig schaafsel, maar precies  zoals het hoort te zijn, stevig en goed te verwerken. In het midden mijn lievelingetje: de mini-mandoline van Rösle. Ideaal voor het schaven van allerlei groenten, zoals knolselderij, wortel, venkel of komkommer. Na het schaven van plakjes kun je er prachtige juliennereepjes van snijden. Gewoon, met de hand en een scherp mes. Ook voor perfecte pommes dauphinois heeft deze mandoline al veel goede diensten bewezen.

Kortom: goed gereedschap is het halve werk. Mislukt een gerecht alsnog, dan geef ik gretig gevolg aan het aloude spreekwoord: a poor craftsman gives his tool debt.


dinsdag 13 maart 2012

Verwenweekend Zuid Limburg

Het was stil op deze plek de afgelopen week. Het leven had weer allerlei hectische verrassingen in petto voor me. Waarna ik me verlept en uitgebloeid even terug wilde trekken in mijn coconnetje. Meteen gevolgd door een fris-fruitig initiatief om een weekendje onthaasting in te plannen. Zo gezegd, zo gedaan.
Het werd Zuid-Limburg. Vaals. Geen Cauberg, maar een Bilderberg. Minder vermoeiend, moet ik gedacht hebben tijdens het boeken.

Onze heenreis verliep voorspoedig door het Vlaamse landschap. De stop was bij Thermae 2000 in Valkenburg. Waar Den Mensch zo verwend kan worden met het uitzweten van kwalijke stoffen, peelings, scrubs, massages etc. zal er toch zeker een heerlijke koffie of thee geserveerd worden. Hmm, dat viel wel wat tegen. Het gebouw en de gehele entourage eromheen oogt ietwat zieltogend, maar goed, daar kwamen wij niet voor. Opgewekt bestellen wij vlaai en koffie, die we nuttigen in een walm van chlorofyl. Wij zien ons omringd door in badjassen en bikini’s geklede figuren. Bij het aanzien van zoveel gezonde, gereinigde lijven voel ik mij verder verwelken. Misschien had ik beter hier halt kunnen houden, om mijn wellness op te vijzelen.

Enfin, zonder boeking kom je daar de eerstkomende maanden niet binnen, dus na nog een klein stukje rijden kwam hotel Kasteel Vaalsbroek (met boeking) in zicht. Onze kamer lag in een modern bijgebouw van het hotel. Gigagroot en superschoon!  In de lounge laven we ons aan een aantal alcoholische versnaperingen. Gezien mijn wankele gemoedstoestand, gebruiken we het diner in het hotel. De keukens daarvan zijn over het algemeen niet van topklasse. “In de oude watermolen” blijkt echter een welkome uitzondering daarop. Prima dorade met venkelstoof en een saus van pernod. Ook aan mijn vegetarische wens wordt keurig tegemoet gekomen: de pasta met champignonroomsaus kan zonder probleem uitgebreid worden met een schaaltje warme groenten. Niet te zout, niet te vet, prima!

Het ontbijt bij alle Bilderberghotels heeft sinds vorig jaar de noemer “gezond”. Helemaal zoals Man en ik het liefst ontbijten. Stevig zuurdesembrood van het Vlaamsch Broodhuys, magere vleeswaren, veel sapjes, cereals en fruit. En nee, geen calorierijke croissants. Helaas pindakaas dus voor de vetverslaafde medegasten, die ik verwilderd rond het buffet zie sprinten, op zoek naar verzadiging.
Altijd lachen, mensen die met torenhoog opgestapelde bordjes, pijlsnel richting tafeltje snellen, om 5 minuten erna opnieuw het buffet te bezoeken. Ik kijk er graag naar. Blij dat ik weliswaar een lekkerbek ben, maar geen veelvraat.

Voor zaterdag heb ik een bezoek aan het Glaspaleis in Heerlen gepland. In vroeger jaren misschien een interessant museum, nu is het een multiculti gebouw, waar niets bijzonders te beleven valt. Jammer. Omdat het inmiddels is gaan miezeren, besluiten we een rondrit door de Limburgse heuvels te maken. In Epen houden we halt bij de Gerardushoeve. Bij de aanblik van de naam borrelen er vage flitsen van recensies omhoog. Eenvoudig, maar goed eten. Pretentieloos. Zeker de moeite waard. Jawel, dat stond ergens opgeschreven. Ofwel de tijden zijn sindsdien ernstig gewijzigd ofwel Man en ik glijden af richting blasé bestaan. Wij zien weinig redenen tot vrolijkheid. Dat begint al bij de buitenkant. Immense ramen omlijst door onderhoudsvrije stalen kozijnen, het traditionele uithangbordje met een biermerk, bloembakken zonder bloemen. Gelukkig ontbreken binnen de rood-papieren kleedjes op formico tafeltjes.Het is er druk en rumoerig. Om 14.30 wordt er al volop gegeten van zoervleis en andere lokale produkten. Er hangt een bijzondere lucht. Komt deze van het bekende zoervleis of van het vele prefabvoedsel? Ik zie grote schalen frites voorbij komen en zalmsalades met veel kleddertroep.
Tegen beter weten in bestellen we opnieuw vlaai bij onze koffie/thee. Opnieuw geen verrukkelijk gebak. Beetje kartonachtige onderkant royaal belegd met vruchtenpulp. Is dit nu de vlaai waar Limburg zo beroemd door is? Ik betwijfel het andermaal.

Verder maar weer. De miezerregen heeft plaatsgemaakt voor een grijze, mistige atmosfeer, zodat we besluiten richting Eupen/Malmedy te rijden. Mooie doorkijkjes en fantastische vergezichten, zo heet dat toch? Ho! Stop! Ik lees op een groen bordje Abbay Val-Dieu! Is dat even boffen, waar kaas gemaakt wordt, kan er bijna zeker ook kaas gekocht worden. We tuffen snel op ons doel af, want het loopt inmiddels tegen half vijf. En dit is een unieke kans om wat lekkernijen in te slaan.
Bij aankomst spoeden we ons als hazen richting winkel. Slaan uiteraard verschillende Val Dieu kaasjes in, maar ook de diverse abdijbieren, echte Aubelse boter en de originele – hiephoi – Luikse stroop. Nu ik de buit binnen heb, resteert er voldoende tijd om de abdij te bezichtigen. Het is er groot en koud als in een koelcel. Ik steek een kaarsje aan. De bijbehorende 50 eurocent moet ik met geweld het offerblok in slaan. Cisterciënserklooster lees ik ergens. Ha, eindelijk een woord uit het Groot Dictee der Nederlandse Taal dat ik sindsdien foutloos weet op te schrijven.
Hoewel de gebedsruimte devotie en rust uitstraalt, kan ik de gedachten aan grijpgrage handjes die wellustige handelingen plegen, niet verdrongen krijgen. Excusez moi. 

Op de terugweg komen we niet één eetgelegenheid tegen die de moeite waard is. Man heeft geen zin om verder te zoeken, ik eigenlijk ook niet. Zoals altijd heb ik mijn lijstje met prijzenswaardige restaurants niet bij me. We besluiten in het restaurant van het hotel te eten. We nemen er de tijd voor. Aardappelsoep met truffel met Livarspekjes. Red Snapper met Ratte aardappeltjes. Bavarois van ananas met kokos en gemarineerde spongecake. Voortreffelijk allemaal.

Na het voedzame ontbijt op zondag rijden we zonder navigatie richting Maastricht. Op die manier kom je via de Bemelerberg en de Gulpenerberg in de hoofdstad aan. Leuk om alleen op je gevoel te rijden! Doel: het Bonnefantenmuseum. We dwalen van zaal naar zaal. Er staat veel moois, uiteraard veel katholieke overblijfselen, maar stiekem hadden we meer verwacht. Op de 3e verdieping is er de tentoonstelling Schoonheid van Stilte, een collectie van Japanse nõ en natuurprenten. Ingetogen kunst. Mooi!

Voor de terugweg heb ik een bezoek aan Hofstede De Blaak Tilburg in gedachten. Carla had over deze stek al twee maal lovende recensies geschreven. Eigenlijk hebben we zin om lekker lang te loungen met wat kleine hapjes erbij. Dat pakt anders uit. Niet gereserveerd, nee. Is dat een probleem? Jazeker, knikt de niet zo heel vriendelijke dame bij binnenkomst. Alle tafeltjes zijn gereserveerd. Mogen we dan misschien aan de niet-ingedekte tafel bij de schouw plaatsnemen? Oké, dat mag, maar alleen omdat we het zo aardig vragen ;-). En gaan we dan ook wat eten toch? Jeetje, over gastvrijheid gesproken.
Ik slik mijn opkomende wrevel weg. Een jongere dame komt vragen wat we willen drinken. Een sauvignon blanc graag voor mij. Die hebben ze niet, deze dame is echter wel zo bereidwillig een fles Waka Marlborough Nieuw-Zeeland te openen. Die stuift het glas uit, een aangename, frisse wijn. Een ieniemienie amuse wordt gebracht. Iets met roggebrood, kaas en olijf. Niet spectaculair.
Als voorgerecht neem ik de bouridde bouillon met ravioli van spinkrab, gemarineerde venkel, groene courgette en kamille-olie. Delicaat en superlekker, met name de flinterdunne ravioli. De Man smikkelt van zacht gegaarde kalfsborst met kalfstong, crème van Hollandse champignons, peterselie, zoetzure bundelzwam en gepekelde sjalottenvinaigrette.
Als hoofdgerecht voor mij de op de graat gegaarde zeeduivel met langoustine ravioli, venkel, courgette, wortel, kamilleolie en alweer de bouridde-bouillon. Op de vis valt niets aan te merken, deze is van een perfecte cuison. De diverse groenten zijn echter stuk voor stuk zoet-zuur van smaak. Voor mij een ongelukkige combinatie bij de vis.
Aan de andere kant van de tafel is het bord gevuld met zacht gegaard Hollands runder staartstuk en gestoofde sukade met bloemkool, piccalilly, Amsterdamse ui en jus van notenboter en lange peper. Minpunt is de net iets te lang gebruinde boter, waardoor een bitter smaakje ontstaat. Ook de Amsterdamse uien kunnen de man niet bekoren. Kennelijk heeft de keukenbrigade hier een voorkeur voor zure toetsen; iets waar Man en ik beiden niet erg van houden.
Hebben we daarom slecht gegeten? Nee, dat zeker niet. Misschien wordt er in de toekomst nog gesleuteld aan een perfecte balans van smaken, als het zover is reizen we zeker nog eens af naar Tilburg.

Dan zijn we plotseling weer thuis. Ons eigen bedje voelt als een warme jas. Vertrouwd en passend. Onze eigen geuren, onze eigen plekjes en jeuh, de televisie op een dusdanig functionele plek waardoor we niet langer een verzwikte nek oplopen. Leve thuis! Leve het gewone leven! Inclusief al zijn verrassingen…….

donderdag 1 maart 2012

Arabische salade met gerst en gemarineerde champignons

Ingrediënten voor de salade
50 gr gerst (of bulghur)
250 gr (kastanje)champignons, in vieren gesneden
250 gr haricot verts, schoon en gehalveerd
1 winterwortel,  schoon en in schijfjes
150 gr kikkererwten, uit blik, maar liever nog geweekt en gekookt
4 eetl gehakte peterselie
60 gr pecannoten, even gebakken in een droge koekenpan

Ingrediënten voor de dressing
het sap van 1 citroen
2 teentjes knoflook, fijngewreven
1 koffielepel scherpe mosterd
1 eetl ras-el-hanout
1 thee zout
versgemalen zwarte peper
125 ml lichte plantaardige- of olijfolie

Bereidingswijze
Spoel de gerst goed in een zeef.
Kook hem dan gaar in een pan met gezouten water. (Ik gebruikte bulghur, is bijna dezelfde smaak, alleen iets fijner).
Gerst moet best even koken, een minuut of 40, dus let goed op dat het niet droog kookt! Zet het deksel schuin op de pan en draai het vuur halfhoog.
Klop alle ingrediënten voor de dressing, behalve de olie, in een grote kom door elkaar.
Giet op het laatst de olie in een dunne straal erbij, zodat alles mooi bindt.
Voeg de champignons toe, schep ze om en laat ze marineren. (Ik heb de champignons ook kort geblancheerd, al staat dit niet in het recept)
Blancheer de boontjes en de schijfjes wortel in gezouten water tot ze beetgaar zijn.
Giet ze af en spoel ze direct onder koud stromend water. Zet opzij.
Voeg de afgespoelde kikkererwten bij de champignons in de schaal.
Giet de gerst (of bulghur) af in een vergiet en druk het overtollige vocht er uit.
Voeg dit toe aan de groenten en meng alles goed doorheen.
Bestrooi de salade met de peterselie en laat hem minstens 30 minuten staan, zodat de smaken er goed in kunnen trekken.
Meng vlak voor het opdienen voorzichtig de haricot verts, wortel en pecannoten door de salade.

Deze salade was heerlijk aards van smaak. Licht en toch voedzaam. Ik miste er totaal geen vis, vlees of kaas in. Misschien een leuke opmaat voor alle flexitariërs onder ons? 

Bron: Home Made Winter – Yvette van Boven
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...